Gebrek aan regie en prioriteitstelling in actieplan Samen tegen Mensenhandel

Vooralsnog geen fundamentele herziening van het actieplan Samen tegen Mensenhandel en een verder uitstel van inhoudelijke keuzes. Volgens de Nationaal Rapporteur duidt de recente brief van de demissionair staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, Eric van der Burg, over het actieplan op een gebrek aan regie en prioriteitstelling.

Op 2 februari dit jaar stuurde de staatssecretaris een brief over het actieplan Samen tegen Mensenhandel naar de Tweede Kamer naar aanleiding van het commissiedebat over dit plan op 21 december 2023 en de motie Bikker-c.s., waarin de regering werd opgeroepen tot een fundamentele herziening van het actieplan.

Gemiste kans voor fundamentele herziening

In plaats van een fundamentele herziening voor te stellen, gaf de staatssecretaris een overzicht van mogelijke aanvullende acties die zijn opgehaald bij stakeholders. Hij lijkt daarmee de verantwoordelijkheid bij de Kamerleden te leggen om te bepalen welke voorgestelde acties prioriteit moeten krijgen en welke acties eventueel uit het huidige actieplan moeten worden verwijderd – zonder daarbij zelf een voorzet te doen. Een gemiste kans van de staatssecretaris volgens de Nationaal Rapporteur.

Inhoudelijke ambitie nodig

In een eerdere reactie op het actieplan benadrukte de Nationaal Rapporteur al dat de aanpak van mensenhandel strategische sturing met inhoudelijke ambitie vereist, gebaseerd op de bestaande kennis en inzichten die de huidige aanpak reeds heeft opgeleverd.

Rijken merkte in deze reactie al op: ‘De nadruk in het actieplan ligt nu te sterk op het vergaren van meer inzicht, verkennen en onderzoeken, waardoor het maken van inhoudelijke keuzes wordt uitgesteld.’

Meer thema’s, acties en groter budget leiden niet automatisch tot een beter actieplan

Alhoewel de Nationaal Rapporteur vindt dat een financiële impuls voor de aanpak mensenhandel nodig is, is zij vanuit dit opzicht niet per se teleurgesteld over het feit dat het amendement van het lid Grinwis c.s. die aanstuurde op extra middelen voor onder andere het programma Samen tegen Mensenhandel, niet is aangenomen. Ze benadrukt: ‘Meer thema’s, meer acties en een groter budget leiden niet automatisch tot een beter actieplan. Zeker wanneer niet duidelijk is welke kaders en criteria worden gehanteerd om thema’s en acties op te nemen in het plan.’

Verduidelijking van de governance van de aanpak mensenhandel

Zoals blijkt uit de procesbeschrijving van de totstandkoming van het actieplan Samen tegen Mensenhandel, is een groot aantal organisaties en personen betrokken bij de aanpak mensenhandel. Om verschillende acties en initiatieven goed op elkaar af te stemmen en overlap te voorkomen, is het van belang dat taken en verantwoordelijkheden van de betrokken gremia duidelijk zijn.

De Nationaal Rapporteur riep in eerdere reflecties op om de OVSE-opzet ‘Anti-trafficking Architecture’, bestaande uit verschillende noodzakelijke organisaties en instituties in de aanpak mensenhandel, verder uit te werken voor de Nederlandse context. Vanuit deze noodzaak heeft Rijken haar bedenkingen bij de aankondiging van een onderzoek naar de meerwaarde van een nationaal coördinator mensenhandel, naar aanleiding van de motie-Mutluer c.s.

De Nationaal Rapporteur wijst erop dat de coördinatie en landelijke aansturing van de aanpak van mensenhandel bij het ministerie van Justitie en Veiligheid zijn belegd: ’Een bredere versterking en verduidelijking van de gehele Nederlandse 'Anti-trafficking Architecture' inclusief de coördinerende rol van het ministerie, is nodig om duidelijk te maken wie welke rol en bevoegdheden heeft.’ De Nationaal Rapporteur zal zich hier dan ook voor inzetten binnen haar bevoegdheden. Op deze manier kan het fundament onder de aanpak van mensenhandel volgens de rapporteur worden verstevigd en de aansturing worden verduidelijkt. ‘Op deze manier ontstaat er meer transparantie over ieders rol en kunnen actoren daarop worden aangesproken. Een toevoeging van een extra actor in de aanpak mensenhandel is dan niet nodig in dit toch al drukke landschap.’