Tweede Kamer stemt in met invoering EU-richtlijn mensenhandel
De Tweede Kamer heeft vandaag ingestemd met het wetsvoorstel tot implementatie van de EU-richtlijn inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers. Het wetsvoorstel is nu naar de Eerste Kamer gezonden.
Uitbreiding strafverzwarende omstandigheden
De richtlijn leidt tot strengere regels tegen mensenhandel. Zo voorziet de richtlijn in de bepaling dat mensenhandel gepleegd tegen kinderen altijd een strafverzwarende omstandigheid vormt – dus ook wanneer het slachtoffer zestien of zeventien is. Voorheen was dat nog niet zo. Mensenhandel die voorafgegaan, vergezeld of gevolgd wordt door geweld vormt een andere nieuwe strafverzwarende omstandigheid in de rechtbank. Deze grond komt naast de al bestaande strafverzwarende omstandigheid van mensenhandel die leidt tot zwaar lichamelijk letsel of de dood van het slachtoffer. Mensenhandel gepleegd in vereniging (door twee of meer personen samen) was ook al eerder een strafverzwarende omstandigheid.
Gedwongen bedelarij en plegen van strafbare feiten
De richtlijn erkent nieuwe vormen van mensenhandel. Voor het eerst wordt gedwongen bedelarij expliciet als vorm van gedwongen arbeid of dienstverlening opgenomen, evenals uitbuiting van strafbare activiteiten (ook wel ‘criminele uitbuiting’ genoemd).
Van non-punishment naar non-prosecution
Een van de bepalingen in de EU-richtlijn die betrekking heeft op uitbuiting van strafbare activiteiten bevat het zogenoemde non punishment-beginsel. Dit beginsel houdt in dat het mogelijk moet zijn om slachtoffers van mensenhandel niet te bestraffen voor strafrechtelijke gedragingen die zij onder dwang hebben begaan (bijvoorbeeld het gebruik van valse papieren of het smokkelen van drugs). Het Verdrag van de Raad van Europa ter bestrijding van mensenhandel uit 2005 voorziet al in deze bepaling. Op grond van de nieuwe EU-richtlijn wordt dit beginsel verbreed en moeten lidstaten ervoor zorgen dat het mogelijk wordt om slachtoffers in het geheel niet te vervolgen voor betrokkenheid bij criminele activiteiten die rechtstreeks het gevolg zijn van mensenhandel.
Verdere gevolgen gering
Bij het opstellen van de richtlijn is vooral gekeken naar het Verdrag van de Raad van Europa. Omdat Nederland partij is bij dit verdrag en de laatste jaren al wetgeving op het terrein van mensenhandel tot stand heeft gebracht, is het gevolg van de implementatie van de richtlijn verder beperkt.
Wettelijke status Nationaal Rapporteur
Met het wetsvoorstel wordt bovendien de positie van de Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen en haar bureau bij wet ingesteld (motie Berndsen c.s., kamerstuk 28 638, nr. 87). Met het toekennen van een wettelijke status aan de Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen zet Nederland een unieke stap. Deze positie markeert de onafhankelijke positie van de rapporteur nationaal en internationaal.
De Nederlandse tekst van de richtlijn en de stand van zaken van de implementatie zijn te raadplegen via onderstaande links.