Wet modern migratiebeleid van kracht
Op 1 juni 2013 trad de Wet modern migratiebeleid in werking. De wet is een herziening van het reguliere vreemdelingenbeleid ten aanzien van onderdanen van buiten de EU. De wet heeft tot doel dat de toelatingsprocedures voor alle migranten snel en doeltreffend worden. Met de invoering van de wet is ook de Vreemdelingencirculaire 2000 aangepast. Door de wijziging staan de belangrijkste bepalingen voor slachtoffers van mensenhandel voortaan in hoofdstuk B8, paragraaf 3 van de Vreemdelingencirculaire.
Tijdelijk verblijf
Bij de geringste aanwijzing dat sprake is van slachtofferschap van mensenhandel moet de politie een vreemdeling wijzen op het recht van drie maanden bedenktijd. Het vermoedelijke slachtoffer hoeft Nederland niet te verlaten, krijgt de tijd om tot rust komen en kan op geïnformeerde wijze nadenken over het doen van aangifte tegen de dader(s). Als het slachtoffer besluit aangifte te doen of op een andere manier medewerking te verlenen aan het strafrechtelijk onderzoek, krijgt hij of zij van de Immigratie- en Naturalisatiedienst een tijdelijke verblijfsvergunning. De beleidsregels daarvoor zijn voortaan neergelegd in hoofdstuk B8 (‘Humanitair tijdelijk’), paragraaf 3 van de Vreemdelingencirculaire. De beschermingsregeling voor slachtoffers van mensenhandel stond voorheen in hoofdstuk B9, en werd dan ook dikwijls aangeduid als de ‘B9-regeling’.
Voortgezet verblijf
In de Vreemdelingencirculaire is ook het voortgezet verblijf op grond van bijzondere individuele omstandigheden neergelegd. De gronden waarop slachtoffers van mensenhandel in aanmerking komen voor voortgezet verblijf zijn gelijk gebleven. De beleidsregels hiervoor staan voortaan in hoofdstuk B9 (‘Niet tijdelijk humanitair’) van de Vreemdelingencirculaire. Voorheen stond de regeling in hoofdstuk B16.
Belang 'national referral mechanism'
Waar voorheen de Vreemdelingencirculaire een procesbeschrijving ter bescherming van (mogelijk) slachtoffers bevatte, is dat nu niet meer het geval. Deze procesbeschrijving zal beschikbaar komen op de website van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Deze procesbeschrijving zal evenwel niet hetzelfde dwingende karakter hebben als voorheen.
In de Negende rapportage wordt tegen de achtergrond van deze en andere ontwikkelingen uiteengezet waarom de Nationaal Rapporteur het nodig acht dat er één document komt met daarin de procedures en verantwoordelijkheden van alle ketenpartners. Denk hierbij aan politie, openbaar Ministerie, hulpverlening, opvang en IND. Een dergelijke, allesomvattende procesbeschrijving wordt een 'national referral mechanism' genoemd. De Negende Rapportage Mensenhandel wordt aan het einde van de zomer verwacht.