Nederlandse aanpak van mensenhandel: vooruitstrevend, maar verbetering blijft mogelijk
Vandaag wordt in de Volkskrant gesuggereerd dat de Nederlandse aanpak van mensenhandel door de Nationaal Rapporteur wordt “gekraakt”. Dat is geenszins het geval. Het gaat juist relatief goed met de Nederlandse aanpak van mensenhandel, waarin tal van organisaties betrokken zijn. Rapporteur Corinne Dettmeijer hecht eraan te benadrukken dat de berichtgeving geen recht doet aan het rapport en zeker geen recht doet aan al diegenen die zich tegen mensenhandel inzetten. Veel cijfers zijn al beschikbaar en maken het mogelijk om informatiegestuurd op te treden. Het rapport bevat dan ook een rijkdom aan gegevens over slachtoffers, daders, opsporing en vervolging. Er is altijd ruimte voor verbeteringen. De Nationaal Rapporteur reikt organisaties handvatten aan om kritisch naar hun eigen inspanningen te blijven kijken, en deze waar mogelijk te verbeteren. Het rapport is vandaag aangeboden aan minister Opstelten van Veiligheid en Justitie.
Kansen voor verbreding opsporing, vervolging en berechting
De impuls die de afgelopen jaren is gegeven aan de aanpak van mensenhandel binnen in ieder geval de Nationale Politie, de Koninklijke Marechaussee, Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het Openbaar Ministerie komt tot uiting in de cijfers. Zo heeft de Koninklijke Marechaussee de afgelopen jaren geïnvesteerd in controles aan de grens, en als gevolg daarvan aanzienlijk meer mogelijke slachtoffers gesignaleerd en gemeld aan CoMensha. Bij het Openbaar Ministerie werd in 2012 het grootste aantal mensenhandelzaken ingeschreven en het grootste aantal mensenhandelzaken afgehandeld. Bovendien steeg in 2012 het percentage veroordelingen voor mensenhandel ten opzichte van voorgaande jaren flink.
Het rapport geeft aan waar de aanpak van mensenhandel verder verbeterd kan worden. Zo is nog onvoldoende bekend over netwerken waarin daders kunnen opereren. Ook de legale organisaties zoals exploitanten en hotels die mensenhandel vaak onbewust faciliteren kunnen meer in kaart worden gebracht. De aanpak van deze faciliteerders is al een aandachtspunt: het Openbaar Ministerie, Koninklijke Horeca Nederland en de Landelijke Eenheid startten een project om de alertheid van het hotelpersoneel op signalen van mensenhandel te versterken. Het rapport toont dat er meer, al dan niet bewuste, faciliteerders zijn die signalen van mensenhandel zouden moeten melden bij de politie. Verder kan in de aanpak van mensenhandel nog winst worden behaald bij het investeren in geldstromen aan de start van mensenhandelonderzoeken: dat komt de bewijsgaring in de opsporing ten goede en zorgt ervoor dat de opsporing minder afhankelijk hoeft te zijn van slachtofferverklaringen.
Zorg en opsporing zijn twee kanten van dezelfde medaille
De bescherming van het slachtoffer moet centraal staan in de aanpak van mensenhandel. Deze bescherming strekt zich uit van de signalering tot aan de nazorg. Op aanbevelen van de Nationaal rapporteur wordt een nationaal verwijsmechanisme voor slachtoffers mensenhandel gerealiseerd, waarin duidelijk moet worden wie wat wanneer moet doen om een slachtoffer zo goed mogelijk te beschermen. Hoe verweven de bescherming van slachtoffers is met een effectieve opsporing, blijkt ook uit een analyse over 77 opsporingsonderzoeken die de politie, de KMar en de Inspectie SZW in 2012 hebben ingestuurd. Hieruit bleek bijvoorbeeld waar slachtoffers in Nederland worden geronseld. Indien dat in Nederland was, dan ging het vaak om horeca- en uitgaansgelegenheden, via internet, op school of in prostitutiegebieden: dat is waar nieuwe maatregelen getroffen kunnen worden om mensenhandel te voorkomen en waar bestaande barrières kunnen worden versterkt.