Gedwongen arbeid, opnieuw op de agenda
De Arbeidsconferentie van de International Labour Organization (ILO) spreekt begin juni over de aanvulling van het ILO-Verdrag inzake gedwongen arbeid, dat dateert uit 1930. De Nationaal Rapporteur juicht aanvullende regelgeving van het verdrag zeer toe, het liefst in de vorm van een juridisch bindend protocol. Nieuwe regels zijn van belang om de relatie van gedwongen arbeid met mensenhandel te verduidelijken. Ook hebben de nieuwe regels oog voor de preventie van gedwongen arbeid en de bescherming van haar slachtoffers, perspectieven die in het bestaande verdrag ontbreken. Over de voorgestelde regelgeving publiceert de rapporteur vandaag een artikel.
Huidig verdrag is verouderd
Het huidig ILO-Verdrag inzake gedwongen arbeid (C029) dateert uit 1930, is verouderd en bevat achterhaalde bepalingen, vindt de ILO. Vandaar dat de actualisering van het verdrag een belangrijk agendapunt is tijdens de jaarlijkse vergadering van de Arbeidsconferentie in Genève. De ILO heeft inmiddels voorstellen gedaan voor de tekst van die nieuwe regels. Daarnaast wordt in Genève gesproken over de vorm waarin deze regels moeten worden neergelegd: in een (juridisch bindend) protocol of in een niet-bindende aanbeveling.
Toegevoegde waarde
Hoewel de nieuwe regels niet snel tot wetswijzigingen in Nederland zullen leiden, ziet de Nationaal Rapporteur belangrijke toegevoegde waarde in de herschikking van het verdrag. ,,In de voorgestelde regels gaat expliciet aandacht uit naar de relatie tussen mensenhandel en gedwongen arbeid”, zegt Corinne Dettmeijer. ,,Die link is niet overal even vanzelfsprekend als in Nederland, waar elke vorm van gedwongen arbeid ook mensenhandel is. Oog voor de overlap tussen beide thema’s voorkomt doublures en onduidelijkheden in wet- en regelgeving.” Ook vindt zij het goed dat in de regels aandacht uitgaat naar de rol die arbeidsinspecties en werkgevers- en werknemersorganisaties spelen bij het voorkomen en bestrijden van gedwongen arbeid. Van de actualisering van het verdrag gaat bovendien een belangrijke signaalwerking uit: staten geven aan dat de bestrijding van gedwongen arbeid prioriteit heeft.
Preventie en bescherming
Het huidige ILO-Verdrag voorziet in een definitie van gedwongen arbeid en verplicht staten tot strafbaarstelling ervan. In de nieuwe regels gaat ook aandacht uit naar nieuwe perspectieven, zoals de preventie van gedwongen arbeid en de bescherming en schadeloosstelling van slachtoffers. Hoewel daarvoor ook in bestaande internationaalrechtelijke documenten over mensenhandel aandacht is, en de verplichtingen die daaronder vallen dus voor Nederland al gelden, is het goed dat hiervoor ook in het kader van gedwongen arbeid oog is.
Artikel
In het artikel over de tekst van het voorgestelde protocol besteedt de Nationaal Rapporteur onder meer aandacht aan de relatie tussen mensenhandel en gedwongen arbeid. Ook wordt een blik geworpen op de nieuwe regels en wordt bekeken in hoeverre die regels van toegevoegde waarde zijn ten aanzien van de Nederlandse situatie en de bestaande rechtsdocumenten waaraan Nederland is gebonden. De regels betreffen onder meer de scholing en voorlichting aan risicogroepen, de bescherming van werknemers die gebruik maken van detacherings- en uitzendbureaus, het beginsel van niet-bestraffing en de hulp en opvang aan slachtoffers, waaronder ook hulp bij het verkrijgen van schadevergoeding valt.