‘Samenwerking in de vreemdelingenketen is onmisbaar voor een effectieve aanpak van mensenhandel’

De Inspectie Veiligheid en Justitie stelt dat de meldstructuur om harde of zachte signalen van mensenhandel door te geven aan de inlichtingen- en veiligheidsdiensten binnen de vreemdelingenketen op orde is. Tegelijkertijd blijkt dat zachte signalen, die niet direct tot opsporing leiden, slechts in beperkte mate tussen de instanties in de vreemdelingenketen uitgewisseld worden. ‘Het uitwisselen van signalen van mensenhandel is van groot belang voor de aanpak ervan. Dat de opvolging van signalen op orde is zegt niks wanneer niet alle signalen binnen de keten gedeeld worden’, aldus Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen Corinne Dettmeijer-Vermeulen.

Recent zijn twee rapporten uitgekomen waarin het signaleren van mensenhandel centraal staat. De Inspectie Veiligheid en Justitie deed onderzoek naar de opvolging van signalen van mensenhandel binnen de vreemdelingenketen. Hoewel hieruit bleek dat de opvolging ‘op orde’ was, gaven in het onderzoek medewerkers van het COA aan dat zij weinig signalen van andere organisaties ontvangen, waardoor zij niet weten aan welke asielzoeker zij extra aandacht aan moeten besteden. ‘Een precaire situatie’, aldus Corinne Dettmeijer. ‘Het is belangrijk dat de verschillende ketenpartners dit soort informatie altijd met elkaar uitwisselen. Het constateren en delen van signalen van mensenhandel vormt de basis voor een effectieve aanpak van mensenhandel.’

Kwetsbare groepen

De Nationaal Rapporteur merkt daarnaast op dat het rapport doet voorkomen dat instanties binnen de vreemdelingenketen zich voornamelijk moeten concentreren op het verzamelen en opvolgen van signalen rondom daders. De Nationaal Rapporteur vraagt ook aandacht voor slachtoffers. ‘Mensenhandelaren richten zich op de meest kwetsbare groepen binnen onze samenleving. Daarom moet er juist aandacht uitgaan naar mensen op de vlucht die ons land binnen komen. Zij zijn kwetsbaar voor mensenhandel.’

Bestuurlijke aanpak georganiseerde criminaliteit

Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) deed onderzoek naar de vormgeving van de bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit, waaronder mensenhandel. Uit het onderzoek, waar in totaal 270 gemeenten aan mee deden, komt naar voren dat in 55 procent van de gemeenten geen zicht is op de aanwezigheid van mensenhandel. 67 procent van de gemeenten zegt geen zicht te hebben op de omvang van deze vorm van criminaliteit. Dit percentage is even hoog als in 2012. Ook is het opmerkelijk dat 87 procent van de gemeenten aangeeft weleens te zijn geconfronteerd met mensenhandel, terwijl slechts 43 procent stelt een hoge tot zeer prioriteit te geven aan de aanpak van mensenhandel.

Onmisbaar

De Nationaal Rapporteur heeft met zorg kennis genomen van de resultaten uit het onderzoek. ‘Gemeenten zijn onmisbaar in een gedegen aanpak van mensenhandel, maar zien dit zelf soms nog niet voldoende in. Het is belangrijk dat gemeenten hun verantwoordelijkheid kennen en nemen en beleid ontwikkelen om mensenhandel tegen te gaan.’ De Nationaal Rapporteur doet op dit moment ook onderzoek naar de wijze waarop gemeenten de aanpak van mensenhandel vormgeven. De resultaten worden in november 2017 verwacht.