Nationaal Rapporteur spreekt met Tweede Kamercommissie over seksueel geweld
Nationaal Rapporteur Herman Bolhaar was te gast bij de Vaste Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid om te praten over seksueel geweld tegen kinderen. Eerder bleek de Kamer behoefte te hebben aan een periodieke rapportage waarin de omvang van seksueel geweld in kaart werd gebracht. In het gesprek lichtte de Nationaal Rapporteur toe welke rol hij daarin kan vervullen en uitte hij enkele zorgen.
De Nationaal Rapporteur kondigde zijn voornemen aan om op gebied van seksueel geweld tegen kinderen ieder jaar een monitor uit te brengen, het ene jaar een slachtoffermonitor en het andere een dadermonitor. Deze monitors volgen de ontwikkelingen in de aanpak van seksueel geweld dan steeds over een periode van twee jaar. In deze monitors wordt in beeld gebracht welk pad respectievelijk slachtoffers en daders afleggen vanaf het moment dat seksueel geweld plaatsvindt. Voor slachtoffers betreft dit de hulpverlening, en bij daders het strafrecht. De eerste monitor in die reeks is al verschenen: de Slachtoffermonitor seksueel geweld tegen kinderen 2016.
Effecten meten
Een ander onderwerp dat aan bod kwam is de wens van de Tweede Kamer om te onderzoeken wat de effecten zijn van de aanbevelingen die eerder door de commissies Samson, Deetman en De Vries werden gedaan. De Nationaal Rapporteur juicht dit streven toe, maar ziet ook in dat dit moeilijk zal zijn: ‘Je kunt wel bekijken of een aanbeveling is geïmplementeerd, maar echt effectiviteitsonderzoek betekent dat we na verloop van tijd kunnen zien dat seksueel geweld tegen kinderen is afgenomen door de maatregelen die getroffen zijn, en dat is ingewikkeld.’ De rapporteur drukte de Kamerleden dan ook op het hart ervoor te zorgen dat effect in het vervolg beter gemeten kan worden: ‘Zorg dat de condities er zijn om effect te meten. Vraag bij nieuw beleid, interventies en wetten om goed gedefinieerde doelen en een nulmeting. Vraag om pilots die niet alleen het proces evalueren, maar ook het resultaat. Vraag naar de beschikbaarheid van data om effect daadwerkelijk te kunnen meten.’
Online
Online seksueel geweld heeft in het bijzonder de aandacht van de Nationaal Rapporteur: ‘Online en offline zijn niet langer twee aparte werelden: ze zijn één geworden. Elk kind is al vanaf jonge leeftijd online te vinden. Daarom moeten we kinderen ook online weerbaar maken.’ Ook de opsporing moet mee in deze ontwikkeling. Zo pleitte Bolhaar ervoor om bij zedenverdachten altijd de gegevensdragers zoals telefoons, tablets en computers te onderzoeken, wat nu nog geen standaard is.
Preventie
Kamerlid Van Nispen (SP) vroeg de Nationaal Rapporteur naar zijn visie op seksueel geweld in gesloten gemeenschappen, zoals bij de Jehova’s Getuigen. Hierop benadrukte Bolhaar dat seksueel geweld overal kan voorkomen en dat de aanpak dus ook breed moet zijn. Alleen naar het strafrecht kijken is daarom volgens de rapporteur niet voldoende. ‘Strafrecht moet er zijn als het nodig is, en dan moet het ook dichtbij zijn. De drempel om aangifte te doen moet zo laag mogelijk zijn. Maar minstens zo belangrijk is het om in te zetten op preventie en om kinderen weerbaar te maken. Dat moet zeker ook met effectieve interventies in het onderwijs, waarvan we weten dat ze werken.’