Aanpak seksueel geweld vraagt om daadkrachtige en betrokken overheid
De Nederlandse overheid maakt haar plicht om kinderen te beschermen tegen seksueel geweld onvoldoende waar. Dat is de conclusie van het onderzoek Bouwen aan Bescherming van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, waarin de opvolging van de aanbevelingen van vier onderzoekscommissies naar seksueel geweld in de Rooms-Katholieke Kerk, de sport en de jeugdzorg is onderzocht.
Uit berichtgeving van het afgelopen jaar over seksueel grensoverschrijdend gedrag bij onder andere The Voice en in de turnwereld blijkt dat seksueel geweld zich niet beperkt tot één sector. Seksueel geweld komt breed maatschappelijk voor, en is dus ook niet per sector op te lossen.
Bouwen aan Bescherming laat zien dat het gaat om complexe problematiek, die niet op te lossen is met enkel het aanstellen van een nieuwe tijdelijke onderzoekscommissie of het aannemen van een nieuw wetsvoorstel. Het vraagt om langdurige actie en samenwerking, op meerdere sporen tegelijkertijd. Om dit goed aan te pakken is een uiterste inspanning nodig van alle partijen. De landelijke overheid heeft de in internationale verdragen vastgelegde plicht om kinderen en jongeren maximaal te beschermen tegen seksueel geweld. Dit vraagt om een proactieve en coördinerende houding waarbij over de grenzen van sectoren heen wordt gekeken en waarbij de uitvoering in staat wordt gesteld om ambities en beleid uit te voeren.
Vier onderzoekscommissies: hoe verder?
De afgelopen jaren zijn in reactie op misstanden van seksueel geweld in de Rooms-Katholieke Kerk, de sportwereld en jeugdzorg meerdere commissies ingesteld die onderzoek deden naar seksueel geweld en aanbevelingen hebben gedaan over het voorkomen hiervan in de toekomst. Zo deed Commissie Deetman onderzoek naar misbruik in de Rooms-Katholieke kerk, Commissie de Vries naar misbruik in de sport en de Commissies Samson en de Winter naar misstanden in de jeugdzorg. Deze commissies hebben op basis van hun bevindingen aanbevelingen gedaan om erkenning en ondersteuning te bieden aan de slachtoffers en om in de toekomst (seksueel) geweld binnen deze sectoren te voorkomen.
Oproep vanuit de Tweede Kamer
In 2018 ontstond in de Tweede Kamer de wens om te achterhalen wat de stand van zaken van deze aanbevelingen was. Op papier leek er veel veranderd, maar over de mate waarin dit effect had op de praktijk bleek weinig bekend. De motie van Tweede Kamerleden Van Nispen (SP), Kuiken (PvdA), Westerveld (GroenLinks), Bergkamp (D66), Van Oosten (VVD), Peters (CDA), Van der Graaf (CU) en Van der Staaij (SGP) van 19 juni 2018 is breed gesteund door de Tweede Kamer. De Nationaal Rapporteur heeft na de Kamermotie in opdracht van de ministeries Justitie en Veiligheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport onderzocht wat er is gedaan met de 119 aanbevelingen van deze commissies.
Het belang van verantwoordelijkheid
De aanbevelingen van de commissies en het onderzoek van de Nationaal Rapporteur laten zien dat bij de aanpak van seksueel geweld veel verschillende partijen betrokken zijn, maar dat niet altijd duidelijk is wat hun verantwoordelijkheden zijn en wat er van hen verwacht mag worden. Dat maakt dat de mate waarin de effecten van de aanbevelingen merkbaar zijn in de praktijk (de doorwerking), bijvoorbeeld voor professionals en de kinderen zelf, niet zelden te wensen overlaat.
Uit het onderzoek Bouwen aan Bescherming blijkt dat de uitvoer van veel van de aanbevelingen aan de sectoren zelf is overgelaten en dat de overheid daar maar weinig zicht op heeft. Ook is lang niet altijd helder wat de organisaties die er uiteindelijk mee aan de slag moeten, van de overheid mogen verwachten.
Bescherming bieden
Om kinderen beter te beschermen tegen seksueel geweld is bovendien meer kennis nodig. Uit de onderzoeken blijkt echter een gebrek aan kennis over hoe vaak seksueel geweld voor komt. Zonder periodiek prevalentieonderzoek ontbreekt het aan inzicht of maatregelen effectief zijn en die informatie is onmisbaar om verbetering te bewerkstelligen.
Overheid aan zet
Wezenlijk betere bescherming van kinderen in sectoren als de sport, jeugdzorg en de kerk krijgt vorm binnen sportverenigingen, binnen instellingen voor residentiële jeugdhulp, binnen parochies. Net als op alle andere plekken waar kinderen te maken kunnen krijgen met seksueel grensoverschrijdend gedrag, moet er ruimte zijn om over het onderwerp te spreken. Dat zijn de plekken waar professionals, bestuurders maar ook vrijwilligers moeten weten hoe te handelen bij signalen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Maar dat kan volgens de uitkomsten van het onderzoek Bouwen aan Bescherming alleen als een daadkrachtige en betrokken landelijke overheid hen hierin ondersteunt en hen van de nodige randvoorwaarden voorziet.
Van ambitie naar actie
Dat betekent dat bij het opstellen van ambities en het maken van beleid rekening wordt gehouden met wat er in de uitvoering nodig is om die ambities ook waar te maken. Uit het aanstellen van een regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld en de aankondiging van een nationaal actieplan seksueel geweld blijkt de ambitie van dit kabinet om dit complexe probleem aan te pakken. De landelijke overheid is nu aan zet om in samenspraak met gemeenten, uitvoeringsorganisaties en met slachtoffers, kinderen in Nederland daadwerkelijk beter te beschermen tegen seksueel geweld.