Nieuwe Europese regelgeving mensenhandel aangenomen

De Europese Unie heeft een akkoord bereikt over de nieuwe richtlijn mensenhandel. De Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen ziet een aantal gedane toevoegingen als een positieve ontwikkeling. Zo zijn er belangrijke stappen gezet op het gebied van slachtofferbescherming. Op een aantal aspecten is de nieuwe richtlijn daarentegen een achteruitgang op de huidige regels, zoals waar het gaat om termen die niet goed afgebakend en gedefinieerd zijn.
 

Nationaal verwijsmechanisme op gebied van slachtofferbescherming verplicht

Op het gebied van slachtofferbescherming worden lidstaten met de nieuwe richtlijn verplicht een nationaal verwijsmechanisme in te richten. Voor het eerst is ook beschreven wat er wordt verstaan onder een nationaal verwijsmechanisme. Een nationaal verwijsmechanisme heeft als doel het aanbod van, en de toegang tot, hulp en ondersteuning van slachtoffers van mensenhandel te verbeteren. Het is daarmee een belangrijk onderdeel van de aanpak mensenhandel.

Ook wordt een nieuw artikel ingevoerd over het recht op internationale bescherming voor slachtoffers van mensenhandel. Dit geldt eveneens wanneer zij een verblijfsrecht ontlenen aan het slachtofferschap waartoe de staten de inspanningen van de verschillende autoriteiten op elkaar af dienen te stemmen. Verder is de bepaling over schadevergoeding voor slachtoffers van mensenhandel versterkt ten opzichte van de vorige richtlijn.
 

Nieuwe vormen van uitbuiting zonder duidelijke definitie

Eén van de meest in het oog springende veranderingen in de nieuwe mensenhandelrichtlijn is de uitbreiding van de definitie van uitbuiting waar nu ook gedwongen huwelijken, illegale adoptie en uitbuiting van draagmoederschap onder vallen. De formulering van deze termen is echter niet afgebakend en een duidelijke definitie ervan ontbreekt. Ook ontbreekt de onderbouwing in welke mate en op welke wijze deze praktijken in de context van mensenhandel voorkomen. Deze uitbreiding draagt daarmee niet bij aan de verheldering van de term uitbuiting, een term die zowel in de nationale als de Europese context onduidelijk is en blijft.

Strafbaarstelling klanten

De bepaling om het gebruik van diensten van een slachtoffer mensenhandel strafbaar te stellen als de gebruiker of klant weet of kon weten dat de dienst wordt geleverd door een slachtoffer mensenhandel, wordt met de nieuwe richtlijn verplicht voor lidstaten. Deze bepaling blijft echter beperkt tot klanten van slachtoffers van seksuele uitbuiting.

Afspraken vastgelegd voor verzamelen gegevens mensenhandel

Er zijn in de nieuwe richtlijn voor het eerst afspraken vastgelegd over welke gegevens over mensenhandel EU-lidstaten moeten verzamelen. De Nationaal Rapporteur ziet dit als een goede ontwikkeling: ‘Om mensenhandel aan te pakken, heb je kennis nodig van de aard en omvang van het probleem. Hiervoor heb je data nodig om zo een goede aanpak te realiseren. Ook helpen deze afspraken om de ontwikkelingen beter te kunnen vergelijken.’   

Verplichting aanstellen coördinator mensenhandel

Een andere in het oog springende verandering is de nieuwe verplichting om een coördinator mensenhandel aan te stellen. Volgens de Nationaal Rapporteur is het aanstellen van een coördinator een positieve ontwikkeling, mits deze functie gepaard gaat met een duidelijke taakstelling. In de richtlijn is de invulling van deze functie echter open voor interpretatie van de lidstaten en deels niet bindend geformuleerd. Daarnaast is de verplichting om ook een Nationaal Rapporteur Mensenhandel aan te stellen afgezwakt.

Vanuit internationale organisaties zoals de Raad van Europa en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) is de rol van een onafhankelijke rapporteur als grote meerwaarde gezien in de aanpak mensenhandel. De OVSE heeft in het rapport National leadership to end human trafficking ook beschreven hoe een coördinator en een rapporteur elkaar juist aanvullen en zo een sterke Anti-trafficking Architecture creëren. ‘In de huidige richtlijn is door de genoemde onduidelijkheid en vrijblijvendheid geen sterke organisatiestructuur voor de aanpak mensenhandel neergezet. Dat is een gemiste kans’, aldus Rijken.