Zienswijze Nationaal Rapporteur op modernisering strafbaarstelling mensenhandel

Momenteel ligt het wetsvoorstel modernisering en uitbreiding strafbaarstelling mensenhandel ter behandeling bij de Tweede Kamer. In aanvulling op een eerdere consultatiereactie van de Nationaal Rapporteur op dit wetsvoorstel, is de Nationaal Rapporteur nog een aantal zaken opgevallen.

Het is de Nationaal Rapporteur in positieve zin opgevallen dat de wetgever zich heeft ingespannen om de memorie van toelichting verder aan te scherpen en daar waar nodig te voorzien van voorbeelden. Daarnaast is er meer aandacht voor de positie van minderjarigen bij de verschillende vormen van mensenhandel en is het positief dat de strafbaarstelling van mensenhandel met minderjarigen is uitgebreid en verduidelijkt.

Verder is te zien dat ook in de huidige versie van het wetsvoorstel een aparte strafbaarstelling van ernstige benadeling is opgenomen. De memorie van toelichting is naar aanleiding van de consultatie op dit punt al aangevuld, onder meer met twee concrete voorbeelden, maar dit zorgt nog voor onvoldoende helderheid. De maatstaf voor financieel nadeel is geconcretiseerd, maar andere factoren zoals gevaarlijke werkomstandigheden en kwaliteit van huisvesting worden juist nog vaag gehouden. De Nationaal Rapporteur acht het echter van groot belang dat het begrip ernstige benadeling duidelijker wordt afgebakend van het begrip uitbuiting.

Ten slotte blijkt uit de memorie van toelichting dat het uitgangspunt van de wetgever is dat de bescherming van slachtoffers van ernstige benadeling in beginsel gelijk is aan die van slachtoffers van mensenhandel. Voor wat betreft de bedenktijd wordt daarbij door de wetgever overwogen dat het beleid daaromtrent geen aanpassing behoeft omdat het criterium voor het verlenen van die bedenktijd (de geringste aanwijzing van mensenhandel) ruim genoeg is om de meeste situaties van ernstige benadeling te incorporeren.

De vraag is of hiermee daadwerkelijk gewaarborgd is dat alle slachtoffers van ernstige benadeling passende bescherming krijgen. Ook is onduidelijk welke situaties volgens de wetgever hier mogelijk niet onder zouden vallen. Kortom, de memorie van toelichting geeft onvoldoende duidelijkheid over de opvang en bescherming aan slachtoffers van ernstige benadeling. Het zou goed zijn als de bescherming die wordt geboden aan slachtoffers van mensenhandel ook wordt geboden aan slachtoffers van ernstige benadeling. De Nationaal Rapporteur kijkt uit naar de behandeling van het wetsvoorstel in beide Kamers en de (schriftelijke) inbreng van de Kamerleden en zal waar nodig reageren en adviseren.