Trafficking in Persons report 2024 Nederland krijgt lof over aanpak mensenhandel maar verbetering is nodig op aantal belangrijke punten

Uit de meest recente Trafficking in Persons (TIP) 2024 rapportage blijkt dat Nederland zich opnieuw in de categorie van landen bevindt die de minimale standaarden voor de aanpak van mensenhandel behalen. Nederland krijgt lof over haar aanpak, maar er is wel een aantal verbeteringen nodig.

Onder meer de doorontwikkeling van het programma Samen tegen Mensenhandel, waarin verschillende ministeries samenwerken aan de bestrijding van mensenhandel,  de aanpassing van het beleid waardoor mogelijke slachtoffers met een Dublin-claim gebruik kunnen maken van een bedenktijd van 30 dagen en de start van een hulplijn voor jonge slachtoffers van criminele uitbuiting worden in het rapport genoemd als positieve ontwikkelingen. Er worden ook punten geïdentificeerd waarop Nederland nog stappen moet zetten. Zo gaat het aantal slachtoffers dat in beeld komt bij politie en hulpverlening al jaren achteruit en er zijn onvoldoende opvangmogelijkheden voor slachtoffers van mensenhandel. Samen met de gefragmenteerde en gedecentraliseerde structuur van de hulpverlening zorgt dit ervoor dat slachtoffers niet de bescherming en hulp krijgen die nodig is om uit de situatie te komen en geen toegang hebben tot de juiste zorg om van hun ervaringen te herstellen. De signalering van slachtoffers moet dan ook beter. De Nationaal Rapporteur ziet dit ook als een belangrijk zorgpunt en doet momenteel onderzoek naar de signalering en identificatie van slachtoffers door de Politie, de Nederlandse Arbeidsinspectie en de Koninklijke Marechaussee.

Opnieuw wordt de aanbeveling gedaan om identificatie van slachtoffers en slachtofferschap niet afhankelijk te maken van hun bereidheid mee te werken in een strafprocedure. De Nationaal Rapporteur onderschrijft dat het recht op bescherming en hulp, in ieder geval tijdens de bedenktijd, niet afhankelijk mag zijn van de aanwezigheid van opsporingsindicaties of bereidheid mee te werken. Dit volgt uit Europese regelgeving en garandeert directe toegang tot  bescherming en hulp voor slachtoffers.

In het rapport wordt daarnaast aandacht gevraagd voor de kwetsbare positie van alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv) die naar Nederland komen en de amv die verdwijnen uit de opvang. Zij zijn de afgelopen jaren in grote getalen in noodopvanglocaties geplaatst, waar er onvoldoende bescherming en zorg geboden kan worden en zij niet altijd toegang tot onderwijs hebben. Hierdoor zijn zij meer kwetsbaar om slachtoffer te worden van mensenhandel. Dit wordt versterkt doordat amv vaak worden overgeplaatst van de ene naar de andere locatie waardoor ze nog verder uit het zicht raken. 

Er is opnieuw speciale aandacht in het rapport voor de aanpak van mensenhandel op de BES eilanden, Bonaire, St. Eustatius en Saba, die ver achterblijft op de aanpak binnen het Europese deel van het Koninkrijk. Het gaat hier echter om Nederlandse gemeenten en de Nederlandse overheid is verantwoordelijk voor een effectieve aanpak, ook op de eilanden. Slachtoffers en daders komen er echter nauwelijks in beeld. De Amerikaanse overheid pleit er al meer dan vijf jaar voor om de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, ook een rol te geven in het creëren van zicht in de aard en omvang van het probleem op de eilanden, als basis voor een effectieve aanpak.

Conny Rijken “Als je alle landen die in de TIP rapportages in beeld worden gebracht met elkaar vergelijkt, zie je dat Nederland, met al haar opgebouwde kennis van dit probleem, ervaren organisaties en goede faciliteiten, het goed doet. Toch moet en kan het op veel punten beter. Het is belangrijk dat we die kennis en ervaring op de juiste manier blijven inzetten en ernaar streven dat onze alertheid vergroot, zodat elk slachtoffer gezien wordt en uit de uitbuitingssituatie gehaald kan worden. We moeten het met alle middelen en kennis die we hier hebben, écht beter doen.”