Nationaal Rapporteur. Ontucht voor de rechter. Deel 1. De Zaken
In het onderzoek “Ontucht voor de rechter” schetst Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen een gedetailleerd beeld van ontuchtzaken die door de rechter worden behandeld. Ontucht met kinderen neemt vele gedaantes aan, het is dan ook niet mogelijk een beeld van de typische ontuchtpleger te schetsen. Duidelijk is dat de maatschappelijke focus niet past bij de feiten. In weerwil van het stereotype beeld van de onbekende dader, blijkt de dader van fysiek seksueel misbruik van kinderen meestal een bekende van het slachtoffer: een familielid, vriend, of kennis. Daarnaast zijn het niet alleen volwassenen die het misbruik plegen: één op de zes daders is zelf nog minderjarig. Ook het beeld dat daders vaak veel slachtoffers misbruiken, moet worden rechtgezet: de meeste daders worden veroordeeld voor het misbruiken van één kind.
Nationaal Rapporteur Corinne Dettmeijer: “Het is een grote angst van ouders dat hun kind ooit slachtoffer wordt van seksueel misbruik. Veel ouders waarschuwen hun kinderen voor kinderlokkers, en zijn alert waar hun kind in contact komt met bijvoorbeeld mannen die werken in de kinderopvang of als zwemleraar. Door zoveel nadruk te leggen op vreemden en mannen die met kinderen werken zie je slachtoffers en daders over het hoofd." Het onderzoek toont aan dat maar een klein deel van de slachtoffers (7%) wordt misbruikt door een volslagen vreemde. In verreweg de meeste gevallen gaat het om een dader uit de eigen familie- vrienden- of kennissenkring van het slachtoffer. Misbruik door iemand die met kinderen werkt, zoals een docent, sportcoach of oppas komt zeker voor, maar vormt met 10% een minderheid. Het misbruik wordt het vaakst gepleegd door iemand die heel dichtbij het slachtoffer staat. Zo gaat het in maar liefst 36% van de gevallen om een familielid van het kind.
De aard van het misbruik
Dit eerste deel van het onderzoek richt zich op de aard van het misbruik, de daders en de slachtoffers. In bijna negen van de tien veroordelingen is er sprake van ernstig seksueel misbruik, waaronder aanrakingen van geslachtsdelen en binnendringen. Het misbruik is in de meeste gevallen niet eenmalig: in ruim driekwart van de zaken was de periode waarbinnen het misbruik plaatsvond langer dan één dag, oplopend van meerdere dagen tot een periode van 12 jaar. Bij ruim één op de tien slachtoffers was de periode waarbinnen het misbruik plaatsvond zelfs vier jaar of langer.
Meeste daders misbruiken één slachtoffer
De Nationaal Rapporteur ontkracht het stereotype beeld dat daders veelal meerdere slachtoffers maken: 78% van de daders wordt veroordeeld voor het plegen van ontucht met één slachtoffer. De leeftijd van de daders is heel divers, uiteenlopend van minderjarig tot hoogbejaard. Eén op de zes daders is zelf minderjarig wanneer hij of zij het delict pleegt. Vrouwelijke daders komen in het onderzoek bijna niet voor: veroordeelde daders zijn in 97% van de onderzochte zaken man.
Slachtoffers veelal meisjes
Het onderzoek geeft ook inzicht in de slachtoffers van ontucht. In de meeste (85%) zaken is het slachtoffer een meisje. Gemiddeld zijn slachtoffers 10,4 jaar wanneer het misbruik begint. Slachtoffers onder de vier jaar oud komen nauwelijks voor in de bestudeerde vonnissen.
Onderzoek en vervolg
Voor dit onderzoek is een steekproef genomen uit bijna 600 vonnissen uit 2012 en 2013 waarin een dader veroordeeld is voor fysiek kindermisbruik. De steekproef bestaat uit 182 daders. Het gaat hier om de volgende wetsartikelen:
- art. 244 Sr (seksueel binnendringen bij een kind beneden de 12 jaar),
- art. 245 Sr (seksueel binnendringen bij een kind van 12 tot 16 jaar),
- art. 247 Sr (ontucht met een kind beneden de 16 jaar)
- art. 249 lid 1 (ontucht met een aan zorg toevertrouwde minderjarige).
Deel 2 van het onderzoek, waarin de Nationaal Rapporteur de opgelegde straffen en overwegingen van de rechter analyseert, wordt in de zomer verwacht.