Afscheidsspeech Nationaal Rapporteur Herman Bolhaar

Herman Bolhaar stopt per 22 mei 2022 als Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen. Tijdens het symposium Voorkoming en Bestrijding Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen op 20 mei 2022 hield hij zijn afscheidsspeech. Hieronder staat de uitgewerkte tekst.

‘Mensenhandel en seksueel geweld zijn abstracte technische en juridische begrippen. Ze waren eerlijk gezegd voor mij ook nogal abstract toen ik als professional begon. Ze kregen inhoudelijk betekenis toen ik te maken kreeg met de concrete lotgevallen van slachtoffers en hun dierbaren, maar ook voor de daders en hun achtergronden. Vaak leidde dat tot persoonlijk gesprekken en ontmoetingen.

Voor mij als professional waren die persoonlijke gesprekken van wezenlijk belang om de persoonlijke werkelijkheid achter het juridisch dossier te achterhalen. Het gaat erom om niet op de abstractie blijven hangen, maar te kijken naar de context en naar de impact van wat er gebeurd was.

Van veel slachtoffers herinner ik me nog de naam.

Van veel slachtoffers weet ik me nog de naam te herinneren. Hun verhalen hebben mij gemotiveerd om te proberen de aanpak van de problematiek en aandacht voor hun positie te verbeteren.

Vaak boden slachtoffers ook een actieve rol aan bij verbeteringen. Ik vind dat de overheid daarom slachtoffers en ervaringsdeskundigen meer actief bij verbeterprogramma’s zou moeten betrekken. Praat niet over slachtoffers, maar praat met ze. Door met hen in gesprek te gaan, kunnen we hun ervaringen gebruiken om te verbeteren.

Afgelopen jaren is veel verbeterd in de aanpak van de problematiek, in de slachtofferhulp en in de bewustwording van de problematiek. Regeringsprogramma’s Samen tegen mensenhandel, Geweld hoort nergens thuis en de Aanpak online seksueel kindermisbruik hebben iets op gang gebracht, en laten zien dat er politiek-bestuurlijke wil is.

Minstens zo belangrijk is hierbij de persoonlijke drive van bewindspersonen, ambtenaren en professionals. De commitment van een groot aantal burgemeesters en ook steeds meer wethouders is cruciaal. Dit doet er echt toe. In mijn loopbaan ben ik vaak mensen tegengekomen met zo’n drive, die hebben mij geïnspireerd, om hebben dingen veranderd.

Gedurende mijn tijd bij het Ash Center for Democratic Governance and Innovation van Harvard Kennedy School had ik het vaak met mijn buurman professor Mark Moore over publieke waarde. Daar gaat het hier om. Vrijheid en bescherming zijn de meest essentiële waarden. Hierbij speelt ook de belangrijke rol van leiderschap, en de gevoelde verplichting om dit thema verder te brengen. En dat is wat Amerikanen mooi noemen, het verschil tussen commitment en involvement. Het verschil zit het in dit gezegde: in a ham and egg breakfast, the chicken is involved, but the pig is committed. Wie verbindt zich met lijf en leden aan de thema’s waar je echt voor staat.

De aanknopingspunten voor verandering liggen voor het oprapen, mensen willen dit en zijn er klaar voor. De gemeentelijke en regionale aanpak is sterk gegroeid, er zijn regiotafels, portefeuillehouders, zorgcoördinatoren, ketenregisseurs gekomen. Zij wachten op erkenning en herkenning. Dit moeten we structureel de komende jaren uitbouwen, een professionele standaard ontwikkelen, en vervolgens blijven volgen en verbeteren. Ze zijn hierbij gesteund door bestaande multidisciplinaire structuren, zoals het CSG.

Kortom, er is veel om positief over te zijn. Toch moet de lat en het tempo omhoog.

Waarom?
Omdat de ontwikkeling van de problematiek ongelooflijk verontrust. We zien namelijk veel jonge mensen, zowel onder slachtoffers als daders. We zien veel herhaald slachtofferschap. Dit kunnen we niet laten gebeuren. Dit moeten we doorbreken.

We zien een snellere ontwikkeling en verandering door sociale media en internet. Hierop moeten we sneller anticiperen en ook gebruik van maken.

Er is ook sprake van veel multiproblematiek. Dit betekent vaak dat veel organisaties er al bij betrokken zijn, maar dat er ook sprake kan zijn van een sjoelbakmentaliteit: met veel schotten ertussen. Dit moeten we doorbreken door de problematiek multidisciplinair te benaderen.  

Ik maak me ook zorgen om het gebrek aan normatief kader bij veel jongeren. Er is geen slachtofferbeleving, omdat het hun werkelijkheid is. Ze verkeren in een permanente sfeer van dagelijkse onveiligheid. Het denkbeeld: om te overleven, moet ik hierin mee.

Dit leidt tot ondermijning van de maatschappij, een onzichtbaar en onbedoeld proces met grote gevolgen.

Daar moeten we het gesprek over voeren. Omdat het gaat over aantasting van fundamentele menswaardigheid, van vrijheid, lichamelijke integriteit en zelfontplooiing. De toekomst van onze jeugd is de toekomst van onze maatschappij. Bij onvoldoende aandacht voor de menswaardigheid van jonge mensen, creëer je een samenleving die eigen grondvesten niet kent en niet onderhoudt. Dit leidt tot ondermijning van de maatschappij, een onzichtbaar en onbedoeld proces met grote gevolgen. Er is sprake van een klimaatverandering van onze maatschappij, die we niet doorhebben, maar een verandering die op een venijnige manier boven water aan het komen is, en die klimaatverandering moeten we ogenblikkelijk aanpakken, net zoals we die andere klimaatverandering aan het aanpakken zijn.   

We moeten focussen op doorpakken, op meer duurzame aandacht en steun voor de uitvoering. Hier ligt ook een belangrijke rol voor Tweede Kamer.

Het is ontzettend belangrijk dat we investeren in voorlichting en preventie. De problematiek moet centraal staan, en niet het systeem. Het systeem moet dienen en niet dwingen.

Zoek daarnaast de formele en informele netwerken op buurtniveau op. Gebruik sociale media en apps voor contact met slachtoffers en hun beschermende omgeving. En versterk de deskundigheid. Het is nodig dat je doorhebt wat er speelt. Ook op ambtelijk niveau, en in de verbinding tussen rijk, regio en gemeente.

Ik eindig mijn verhaal positief en verwachtingsvol omdat ik zie dat er veel aandrang en urgentiebesef is bij burgemeesters, bewindspersonen, departementen, professionals en ervaringsdeskundigen. We willen ons samenlevingsklimaat niet zien veranderen, maar deze ondermijning concreet terugdringen.  

Willen en gaan we dit doen? Het antwoord hierop is er al.  

We zien het vandaag bevestigd in uw komst en bijdragen. We hebben laten zien dat we elkaar nodig hebben en op elkaar kunnen rekenen. Dat vind ik mooi en stimulerend, je kan er namelijk ook somber van worden. Die vraag heb ik vaak gekregen, wordt u hier niet somber van? Nee, ik word optimistisch als ik de wijk en buurt opzoek, en zie wat daar gebeuren moet, en spreek met de mensen die daar en ook hier vandaag zitten.

Dank voor de samenwerking met u allen. Mijn dank gaat ook uit naar het kleine, fantastisch gedreven en deskundige bureau van mij. Dank voor jullie inzet. Er is ook nog een team die ongelooflijk belangrijk is voor mij, altijd is geweest, dat is team thuis. Dank jullie wel.’