Wet- en regelgeving
Voor de verschillende vormen van seksueel geweld tegen kinderen bestaat nationale en internationale wet- en regelgeving. Daarin is vastgelegd welke seksuele gedragingen strafbaar zijn, wat de rechten zijn van slachtoffers en verdachten en welke straffen en maatregelen er zijn voor daders.
Wetboek van Strafrecht – misdrijven tegen de zeden
Titel XIV van het Wetboek van Strafrecht gaat over misdrijven tegen de zeden. Hieronder staan de relevante artikelen:
Artikel 239 (Schennis van de eerbaarheid)
Artikel 240 (Pornografie)
Artikel 240a (Bescherming van jeugdigen onder de 16 jaar)
Artikel 240b (Kinderpornografie)
Artikel 242 (Verkrachting)
Artikel 243 (Seksueel binnendringen van een bewusteloze, onmachtige of gestoorde)
Artikel 244 (Seksueel binnendringen van iemand beneden de twaalf jaar)
Artikel 245 (Seksueel binnendringen van iemand van twaalf tot zestien jaar)
Artikel 246 (Aanranding)
Artikel 247 (Ontucht met bewusteloze, onmachtige, gestoorde, of kind)
Artikel 248 (Strafverzwaring)
Artikel 248a (Verleiding van minderjarigen)
Artikel 248b (Jeugdprostitutie)
Artikel 248c (Aanwezigheid bij seksshows met minderjarigen)
Artikel 248d (Seksueel corrumperen)
Artikel 248e Sr (Grooming)
Artikel 248f (Bevorderen ontucht met een derde)
Artikel 249 (Ontucht met misbruik van gezag/vertrouwen)
Artikel 250 (Koppelarij)
Artikel 251 (Bijkomende straf)
Beleidsregels Openbaar Ministerie en Rechtspraak
Voor de aanpak van zedendelicten heeft het Openbaar Ministerie (OM) beleidsregels vastgesteld. Er zijn richtlijnen waarin het uitgangspunt voor de strafeis in zedenzaken is beschreven. Daarnaast is in Aanwijzingen beschreven hoe het Openbaar Ministerie het beste kan handelen in zedenzaken. De Rechtspraak heeft oriëntatiepunten opgesteld voor veelvoorkomende zaken. De rechter kan deze gebruiken bij het bepalen van de op te leggen straf.
Beleidsregels OM
- Aanwijzing zeden
- Aanwijzing kinderpornografie
- Richtlijn voor strafvordering seksueel misbruik van minderjarigen (2015R047)
- Richtlijn voor strafvordering art. 248b Sr (2015R054)
- Richtlijn voor strafvordering kinderpornografie (2013R008)
- Richtlijn voor strafvordering verkrachting (2012R012)
- Leidraad afdoening sextingzaken
Oriëntatiepunten Rechtspraak
Binnen de rechtspraak zijn ‘oriëntatiepunten’ ontwikkeld voor een aantal veelvoorkomende misdrijven. Deze landelijke oriëntatiepunten zijn bedoeld om rechtszekerheid en rechtseenheid te bevorderen. Rechters zijn evenwel onafhankelijk en kunnen daarom afwijken van deze landelijke oriëntatiepunten.
Voor meerderjarige plegers bestaan er oriëntatiepunten voor kinderpornografie, verkrachting en jeugdprostitutie. Ook zijn er oriëntatiepunten voor verkrachting, aanranding en ontucht gepleegd met kinderen onder de 16 jaar.
Internationale en Europese verdragen
Veel internationale en Europese verdragen gaan over thema’s die rechtstreeks raken aan de bescherming van kinderen tegen seksueel geweld. In dit overzicht staan de meest relevante verdragen.
- Internationaal verdrag inzake de rechten van het kind (Verenigde Naties, 1989)
- Facultatief Protocol inzake de verkoop van kinderen, kinderprostitutie en kinderpornografie bij het Verdrag inzake de rechten van het kind (Verenigde Naties, 2000)
- Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM)
- Verdrag van de Raad van Europa inzake de bescherming van kinderen tegen seksuele uitbuiting en seksueel misbruik (Verdrag van Lanzarote, 2007)
- Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Verdrag van Istanbul, 2011)
- Richtlijn 2011/92/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 ter bestrijding van seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie
- Richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor slachtoffers in het strafproces