Mensenhandel is een grove inbreuk op de vrijheid, waardigheid en gezondheid van slachtoffers. Doorgaans onderscheiden we vier vormen van mensenhandel. Het gaat hierbij om mensenhandel met het oogmerk van seksuele uitbuiting, arbeidsuitbuiting, criminele uitbuiting en gedwongen orgaanverwijdering. Daarnaast zijn er nog andere vormen van uitbuiting die onder omstandigheden onder mensenhandel vallen. Het kan dan gaan om bijvoorbeeld gedwongen huwelijken of illegale adoptie.
Naar schatting zijn er jaarlijks 5.000 slachtoffers in Nederland. Het gaat bij mensenhandel om het aanwerven en het uitbuiten van een ander, voor persoonlijk gewin van de dader. De dader gebruikt daarbij dwang, bijvoorbeeld in de vorm van geweld, intimidatie of misbruik van een kwetsbare positie van het slachtoffer of overwicht van de dader. Veel slachtoffers kunnen en durven daarom geen aangifte te doen. Bepaalde groepen zijn in het bijzonder kwetsbaar om met een vorm van uitbuiting te maken te krijgen zoals kinderen en jongeren, migranten, asielzoekers of mensen met een lichtverstandelijke beperking.
Daders kunnen alleen opereren of in criminele samenwerkingsverbanden. De hoge mate van herhaald daderschap bij daders van binnenlandse seksuele uitbuiting en de hoge mate van herhaald slachtofferschap bij slachtoffers mensenhandel, scheppen een zeer zorgelijk beeld van een moeilijk te doorbreken cyclus van criminaliteit en onveiligheid die zowel daders als slachtoffers meemaken.
Wat we weten over slachtoffers van mensenhandel
- Jaarlijks zijn er naar schatting zo’n 5.000 slachtoffers van mensenhandel in Nederland.
- Een vijfde hiervan is in beeld bij politie of hulpverleningsorganisaties.
- 34% van de gemelde slachtoffers van mensenhandel is jonger dan 23 jaar.
- 28% van de slachtoffers van mensenhandel wordt opnieuw slachtoffer van mensenhandel, zeden, geweld of een combinatie daarvan
- Er is bij seksuele uitbuiting een verschuiving van de zichtbare sectoren (zoals bordelen) naar de minder zichtbare sectoren (bijvoorbeeld thuisprostitutie of escort)
Wat we weten over daders van mensenhandel
- Een derde van de daders van binnenlandse seksuele uitbuiting is jonger dan 23 jaar.
- Een vijfde van de daders van criminele uitbuiting is jonger dan 23 jaar.
- De vervolging en berechting van daders is vaak lastig:
- 45% van de mensenhandelzaken wordt bij het Openbaar Ministerie geseponeerd, meestal vanwege onvoldoende bewijs.
- Met name daders van arbeidsuitbuiting en criminele uitbuiting worden minder vaak gesignaleerd dan daders van seksuele uitbuiting
- Daders van binnenlandse seksuele uitbuiting die recidiveren zijn vaak jong: 42% is jonger dan 23 jaar.
- Daders recidiveren 28% met vermogensdelicten, 25% met geweldsdelicten, 12% met drugsdelicten en 9% met mensenhandel binnen 5 jaar.
Integrale aanpak mensenhandel
Mensenhandel komt in veel verschillende sectoren van de samenleving voor en blijft vaak verborgen. Slachtoffers vertellen niet gemakkelijk over wat hen is overkomen. Ze worden bedreigd, gechanteerd of schamen zich voor wat er is gebeurd. Ook familieleden, hulpverleners of andere mensen in hun omgeving herkennen vaak onvoldoende wat er aan de hand is.
Om nieuwe slachtoffers te voorkomen, slachtoffers goed te helpen, en daders te berechten, is inzicht nodig in de kenmerken van mensenhandel en hoe vaak het voorkomt. Die inzichten zijn nodig om een goede aanpak te maken met maatregelen voor zowel slachtoffers als daders. En om vervolgens te meten of die aanpak echt werkt. Voor de aanpak van mensenhandel zijn dan ook alle partijen nodig die daaraan kunnen bijdragen, zoals het OM en de politie, gemeenten, hulpverleningsinstellingen, ISZW, NGO’s, scholen, artsen en het bedrijfsleven.
Onderzoek naar aard en omvang mensenhandel
De Nationaal Rapporteur onderzoekt continu de kenmerken van mensenhandel in Nederland en hoe vaak het voorkomt. Ook onderzoekt de rapporteur of de aanpak goed werkt. Ieder jaar publiceert de Nationaal Rapporteur de resultaten van het onderzoek in de Slachtoffermonitor en één keer per twee jaar in de Dadermonitor.
Nationale en internationale wetten en verdragen verplichten Nederland om maatregelen te nemen tegen mensenhandel. Het aanstellen van een nationaal rapporteur is één van die maatregelen.