Door inzicht ontwikkelen, jurisprudentieonderzoek mensenhandel 2019 - 2023
Er zitten behoorlijke verschillen in de afhandeling van mensenhandelzaken. Dat blijkt uit het jurisprudentieonderzoek naar uitspraken in mensenhandelzaken in de periode 2019-2023 dat vandaag verschijnt. Ook is niet altijd duidelijk hoe een rechter tot een bepaalde beslissing is gekomen en lijkt er weinig vooruitgang te worden geboekt in de consistente toepassing van artikel 273f uit het Wetboek van Strafrecht. “Om de consistentie en voorspelbaarheid van uitspraken in mensenhandeljurisprudentie een stap verder te brengen, is het belangrijk dat rechters elkaars overwegingen kennen zodat de rechtspraak hierop kan voortborduren”, aldus de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen.
Download in Nederlands: 'Door inzicht ontwikkelen, jurisprudentieonderzoek mensenhandel 2019 - 2023'
Inrichting van een structuur voor meer rechtseenheid
De verschillen in zaken van uitbuiting komen voor in alle opeenvolgende fasen van het proces om te komen tot een uitspraak: zowel in het toetsingskader en de beoordeling, als in de strafoplegging. Het blijkt bijvoorbeeld dat rechters verschillende toetsingskaders en criteria hanteren voor de beoordeling van feiten. Deze verschillen hebben invloed op de rechtseenheid in Nederland: de wet moet immers op een eenduidige manier worden uitgelegd en toegepast.
Voor een eerste stap naar meer rechtseenheid adviseert de Nationaal Rapporteur de Rechtspraak om die reden een structuur in te richten waarmee de rechtbanken en de gerechtshoven relevante informatie en inzichten over mensenhandelzaken kunnen borgen en delen, zowel onderling als tussen de rechtbanken en gerechtshoven.
Toetsingskader om rechtszekerheid te bevorderen
De manier waarop tot een beslissing wordt gekomen in mensenhandelzaken is vaak niet inzichtelijk doordat ze niet altijd voldoende kenbaar gemotiveerd zijn. Dit terwijl een eenduidige afweging door rechters in mensenhandelzaken en inzicht in de manier waarop rechters tot een beslissing komen, van groot belang is voor zowel slachtoffers als de maatschappij. Dit raakt namelijk aan de rechtszekerheid van burgers die de rechtsgevolgen van hun handelingen en gedrag daardoor moeilijker kunnen inschatten.
De Nationaal Rapporteur adviseert rechters die mensenhandelzaken behandelen dan ook om aan de hand van een toetsingskader in een uitspraak inzichtelijk te maken welke stappen zijn genomen om tot een beslissing te komen. Bij voorkeur wordt hierbij een vaste set aan criteria gebruikt zoals de Chinese horeca-criteria bij het bestanddeel uitbuiting.
Rechtsvorming en rechtsontwikkeling
Uit dit onderzoek naar rechterlijke uitspraken blijkt verder dat er maar in beperkte mate sprake is van rechtsvorming en rechtsontwikkeling bij de verdere invulling van artikel 273f Sr. De Nationaal Rapporteur adviseert rechters dan ook om bij de selectie en waardering van de feiten in een mensenhandelzaak de arresten van de Hoge Raad en de conclusies van de advocaten-generaal te gebruiken, ook daar waar de Hoge Raad artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft toegepast.